Aanloper van dakspoor0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid/1e druk: 1953 [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Opsettel": blz.: 336 ("M.ned.: verzwaring of verlenging aan de voet van een dakspoor [...]" - Opmerking: de verwijzing hierbij naar het trefwoord ^kapconstructie is onjuist; wel juist is de verwijzing naar het ^houten tongewelf, waar de tekening (blz. 226) een "upsettel" aan de voet van het dakspoor toont - jp)

- Stenvert, Ronald & Gabri van Tussenbroek & Karel Emmens & Ronald Glaudemans & Jan van der Hoeve & Koos Steehouwer  Inleiding in de bouwhistorie. Opmeten en onderzoeken van oude gebouwen. Utrecht (Matrijs, in samenwerking met de Stichting Bouwhistorie Nederland), 2007. [216 blz. ISBN 978.90.5345.316.2]. Hierin "Aanlopers": blz. 157 (Onder 'Sporenkappen': "Aan de onderzijde van de sporen werd een extra vormvaste driehoek gecreëerd bij de verbinding met de muurplaten, die aan de binnen- en buitenzijde op de (dikke) stenen muur zijn geplaatst. Dit kon geschieden door het spoor op de binnenste muurplaat te zetten en aanlopers op de buitenste, zoals bij huis Drakenburg te Utrecht uit 1291(d). Gebruikelijker was [...]" - dit is de relevante tekst volledig)